zondag 3 januari 2016

Het Licht


Met mijn onvrijwillige val in dit overbodige leven ben ook ík afhankelijk geworden van het Licht. De colporteurs van het Licht ben ik echter grondig gaan wantrouwen

Voor de rasopofferaars onder hen zijn één, meer, ja zelfs heel veel meer offers niet van belang

Ik ben hier blijkbaar op de mens gestuit; de mens met zijn eeuwige praatjes. De mens, het kletsende zoogdier, dat de ander zijn onbetwijfelbare Licht opdringt

Het licht is echter verstard geraakt in plaats van een kwestieuze aanraking te bewerkstelligen. Het straalt niet meer, maar bevestigt zich met alle macht

En intussen tast ik mijzelf af. Op zoek naar het duister. Waar ik geen raad mee weet

Met het Licht al evenmin 


rond 15 december 2015 




Wil niet hebben, wat u kan verhinderen en beroven van uw innerlijke vrijheid.

Thomas à Kempis: ‘De navolging van Christus’ 
hoofdstuk XXVII