woensdag 25 september 2013
aforisme 1074 2013 Oh Heere
Mocht oh Heere, als
gevolg van mijn opwinding van de afgelopen tijd mijn hart het begeven en kan ik
toch nog een nieuw hart krijgen, geef me dan een links en onbedorven hart. Een
onschuldig hart het liefst, dat de listen en de lagen van de rede weet te
weerstaan. Geef me gelijk een paar nieuwe ogen die minder zien. Een paar oren
ook die minder horen en een mond die altijd op vriendelijk staat. Maar beter
nog oh Heere, laat mij als ik dan toch sterven moet, niet terugkomen. U schijnt
een drie-eenheid te zijn. Met uw almacht die hopelijk ook uzelf betreft, moet
het niet al te moeilijk zijn uzelf tot in het oneindige op te splitsen. Stuur, als
u dit zo nodig vind, u zelf in het vervolg in veelvoud maar naar beneden en
laat mij alstublieft erbuiten.
maandag 16 september 2013
Blog 17 2013 Karakus vindt
Een
bericht in de Volkskrant van 5 september 2013 leert mij dat de in Rotterdam
dienstdoende wethouder Hamit Karakus van mening is dat de instroom van kansarme
nieuwkomers niet ten koste mag gaan van zwakke wijken. Hij verkiest hiervoor
twee instrumenten, te weten een verplichte inschrijving in de gemeentelijk
basisadministratie en een huisvestingsvergunning. Zo krijgen zwakke straten een
‘adempauze’. Ik meen hieruit ook op te maken dat in de opvatting van meneer
Karakus sterkere wijken wel van deze nieuwkomers mogen genieten, totdat ook zij
een adempauze toegemeten krijgen.
Het
idee van de adempauze circuleerde al eerder in sociaaldemocratische kringen. Ik
herinner mij deelgemeente-wethouder
Dominic Schrijer die door de immigratie zwaar belaste wijken een adempauze gunde.
Tijdelijk wel te verstaan. (Nogmaals dank meneer Schrijer!) Het beeld van die
tijdelijkheid stijgt ook op uit de woorden van meneer Karakus; de tijdelijkheid
zit al besloten in het woord adempauze zelve. Laten we Karakus even aan het woord:
‘Het is trouwens niet boeiend wie er komt’, zo sprak hij, maar ‘Hoe ga je ermee
om’. De opvatting over de nieuwste (en de oudere) invasies van buitenlanders in
een notendop samenvattend.
De
Duitse filosoof Martin Heidegger sprak over het onderscheid tussen het
beschouwende en het instrumentele denken en hij zag een toename van het laatste
ten koste van het eerste. Karakus bedient hem hier op zijn wenken.
Vanzelfsprekend maakt meneer Karakus (Turkse herkomst) zich ook zorgen over
huisjesmelkers, uitbuiting door malafide koppelbazen en overlast. Voor de goede
verstaander: overlast komt na de overlastdaad en die daad komt na de besluiten
die de overlast mogelijk maken. Dat echter de leefomgeving van menig autochtone
Nederlander en inmiddels ook die van de oude immigranten uitgemolken is en
wordt, schijnt iemand als Karakus niet te deren. Evenals een andere
PvdA-collega, de huidige minister van Buitenlandse Zaken, die eens hondsblij
zat te glimlachen toen een Turkse vakbondsman met het nodige aplomb stelde dat
we niet zo moesten zeuren omdat we immers door de immigranten verrijkt werden.
En dan hebben we Paul Rosenmöller nog die in een gesprek met Fortuyn eens
gezegd schijnt te hebben dat het niet
zo’n vaart loopt. Heb je nog meer vijanden nodig met dit soort mensen?
Nederland is een ding geworden.
Nederland is een ding geworden.
Het
land is allang geen waardevolle omgeving meer maar een anoniem gebruiksvoorwerp
dat voor sommige zaken nuttig gemaakt kan worden volgens mensen als Karakus,
Timmermans, werkgeversvoorzitter Wientjes, Rosenmöller en nog heel veel
anderen. Dus zullen we blijvend geconfronteerd worden met families als de familie
Dimitrov, ongetwijfeld van Bulgaarse snit, die op last van de Amsterdams
burgemeester Van der Laan (!) uit Noord moest vertrekken. De Volkskrant wijdde
er ook op dezelfde 5 september anderhalve pagina aan: anderhalve pagina voor
binnengehaalde ellende.
Dit is Nederland anno 2013 waar gastvrijheid en economische groei geperverteerde waarden zijn geworden. Ik begrijp heel goed dat er mensen zijn die witheet worden door al deze verslechteringen en verwateringen. Het wachten is op een revolte en mogelijk op een eraan gekoppeld tribunaal al wordt dat ingewikkeld want je kunt er een groot deel van de Nederlandse bevolking naar toe slepen als het gaat om onachtzaamheid ten opzichte van het eigen land. Oppervlakkige Nederlandse politici spreken bij tijd en wijle nog met het nodige aplomb over het prachtige Nederland. Zij begrijpen iets niet. Een onderscheiding als prachtig is tijdelijk, gebaseerd op voorbije inspanningen en onderhevig aan verslechtering of zoals u wilt, verandering. En een land hoort naar mijn gevoel geen inloophuis te zijn, welke ronkende taal sommige bestuurders ook plegen te bezigen.
Dit is Nederland anno 2013 waar gastvrijheid en economische groei geperverteerde waarden zijn geworden. Ik begrijp heel goed dat er mensen zijn die witheet worden door al deze verslechteringen en verwateringen. Het wachten is op een revolte en mogelijk op een eraan gekoppeld tribunaal al wordt dat ingewikkeld want je kunt er een groot deel van de Nederlandse bevolking naar toe slepen als het gaat om onachtzaamheid ten opzichte van het eigen land. Oppervlakkige Nederlandse politici spreken bij tijd en wijle nog met het nodige aplomb over het prachtige Nederland. Zij begrijpen iets niet. Een onderscheiding als prachtig is tijdelijk, gebaseerd op voorbije inspanningen en onderhevig aan verslechtering of zoals u wilt, verandering. En een land hoort naar mijn gevoel geen inloophuis te zijn, welke ronkende taal sommige bestuurders ook plegen te bezigen.
Taal
is een vadsige stroop geworden en kleeft aan menige hersenwand.
donderdag 12 september 2013
Blog 16 Over aforismen
Volgens
de driedelige Van Dale – vreemd, ik moet altijd aan een driedelig kostuum
denken, is een aforisme een korte pittige spreuk, die geen deel uitmaakt van
een bepaald denksysteem, maar wel karakteristiek is voor een bepaalde
gedachtengang of geesteshouding. Als synoniem heeft de Van Dale zinspreuk toegevoegd.
De
mens spreekt, schrijft of zwijgt om iets uit te drukken wat hem beweegt of doet dat juist om te achterhalen wat hem beweegt of om te ontdekken wat er aan beweging
mogelijk is.
Onderstaand heb ik enkele citaten over het verschijnsel aforisme toegevoegd. Hierbij een enkele opmerking.
Op een gegeven moment ontstaat er een woord om iets uit te drukken. De neiging bestaat vervolgens om dit iets weg te drukken en het woord met haar er achter veronderstelde betekenis er voor in de plaats te stellen. Dit biedt ogenschijnlijk voordelen bij het verlangen van de mens om na zijn geschapen dan wel nagevolgde ordening van de wereld verder te gaan met communiceren, maar vergeten wordt dat dat geheimzinnige iets er nog steeds is en dat dit zogenaamde iets een verschijnsel is dat op de keper beschouwd eigenlijk heel lichtjes schijnt.
Het iets is een vraag.
Onderstaand heb ik enkele citaten over het verschijnsel aforisme toegevoegd. Hierbij een enkele opmerking.
Op een gegeven moment ontstaat er een woord om iets uit te drukken. De neiging bestaat vervolgens om dit iets weg te drukken en het woord met haar er achter veronderstelde betekenis er voor in de plaats te stellen. Dit biedt ogenschijnlijk voordelen bij het verlangen van de mens om na zijn geschapen dan wel nagevolgde ordening van de wereld verder te gaan met communiceren, maar vergeten wordt dat dat geheimzinnige iets er nog steeds is en dat dit zogenaamde iets een verschijnsel is dat op de keper beschouwd eigenlijk heel lichtjes schijnt.
Het iets is een vraag.
Als
je al die beschrijvingen doorneemt dan valt de rijke uiteenlopendheid op van de
beweringen waarin het woordje is soms
dominant is. Mensen lijken op haastige vinders die het gevondene met het
predicaat waar belasten. Is de laatste zin nu ook een aforisme? Ik vind een
dergelijke vaststelling niet zo belangrijk alhoewel ik ook wel zie dat er een
groot verschil is tussen bijvoorbeeld de wijze waarop iemand als Heidegger zijn
gedachten ontvouwt en de manier waarop bijvoorbeeld Wittgenstein of Cioran dat
doen. Proberen te onderscheiden is echter één ding. Proberen iets vervolgens te
verankeren is een ander ding. Houden mensen soms van molenstenen?
In
2007 is er een boekje met korte teksten uitgegeven van mijzelf. Ik heb het als
volgt genoemd: Paniek van het
Onvoltooide: observaties en punctueringen. Al weet ik nog steeds niet of ‘van
het Onvoltooide’ adequaat geformuleerd is, toch vind ik de titel nog steeds een
mooie omschrijving alhoewel een omschrijving opgevat kan worden als een voorstel tot een omschrijving. Zo vallen
woorden inderdaad op te vatten, als een voorstel om iets zus of zo te omschrijven
waarbij dat iets altijd versluierd achterblijft. Dat zou niet vergeten moeten
worden.
Mijn
‘korte’ teksten hebben soms het karakter van een sluitrede, soms van een
commentaar, soms van een verzuchting, soms van een omschrijving. Soms zijn ze beschouwelijk van aard,
dan weer beeldender, dan weer analytischer. De ene keer is de tekst kort, dan
weer langer. Ik kan me voorstellen dat een tekst de ene keer het begin inluidt
van iets dat vervolgens achterwege blijft en de andere keer het korte einde van
een lange lange weg lijkt. Cruciaal voor het schrijven van zinspreuken die
aforismen genoemd kunnen worden is de vraag. Zonder vraag krijgt men geen
toegang tot een zekere kennis omtrent de werkelijkheid. Ook het
voorstellinsgvermogen moet hier genoemd worden. Ik herinner mij een lezing van
Philip Guston, een Amerikaanse kunstenaar, die zich de vraag stelde “ Hoe zou
het zijn als? ” Nu hebben kunstenaars niet het alleenrecht op deze vraag en er
zijn ook kunstenaars die zich die vraag niet buiten hun metier stellen, maar
met het voorstellingsvermogen spit men de vaste grond voor de voeten open.
Misschien zelfs kan een aforisme een delfstof genoemd worden met de status van
een halffabricaat. Naast de vraag en het voorstellingsvermogen is ook de
paradox belang. Denken in tegenstellingen geeft vaak inzicht in de tragiek van
de mens.
“ Verdrinken in een leeglopend bad ” bevat zo’n paradox. Maar niet enkel de paradox is van belang, ook de situatie die bij het lezen van een ‘aforisme’ achterblijft. In hoeverre blijf je bij het lezen in het ongewisse. Soms lijken aforismen op kunstwerken die doorgaans ook geen rebussen zijn die even opgelost kunnen worden. Ook hier weer een tegenstelling: je krijgt wat maar er resteert ook nog wat. Kortom, een aforisme is eigenlijk een pak dat niet in te pakken is.
“ Verdrinken in een leeglopend bad ” bevat zo’n paradox. Maar niet enkel de paradox is van belang, ook de situatie die bij het lezen van een ‘aforisme’ achterblijft. In hoeverre blijf je bij het lezen in het ongewisse. Soms lijken aforismen op kunstwerken die doorgaans ook geen rebussen zijn die even opgelost kunnen worden. Ook hier weer een tegenstelling: je krijgt wat maar er resteert ook nog wat. Kortom, een aforisme is eigenlijk een pak dat niet in te pakken is.
Selectie
citaten.
Menig aforisme is de
grafsteen van een voortijdig gestorven grootse gedachte.
De rijkdom van een aforisme
ligt juist daarin, dat het verder uitrimpelt, dat het echo's wekt.
Vlaams
dichter, journalist en criticus 1896-1971
Wie om het even wat zegt en
het overbodige schrapt bekomt vroeg of laat een aforisme.
Belgisch
cartoonist en theater- en televisiemaker (ps. van Luc Zeebroe 1956
Het aforisme is bij uitstek
de artistieke vorm van de filosofie.
Een aforisme is een poging
om op een delicate manier de spanning tussen hoop en weten op te lossen.
Aforisme: kortste bewering
die aan het langste eind wil trekken.
aforisme 1068 2013
Enkel het feit dat
je je zorgen maakt om de stelselmatige invasies van vreemdelingen – is ook dit
woord in de ogen van sommigen al verdacht?- maakt je nog geen xenofoob. Dat zou
lariekoek zijn. Het is eerder zo dat als je je hierover geen zorgen maakt, je
verregaand naïef bent. Wat zouden trouwens bezorgde burgers volgens de
bevoogdende immigratieadepten moeten doen om niet door hen van
vreemdelingenhaat beschuldigd te worden?! Hebben zij ooit hierover nagedacht?
En als je perse mensen haten wilt, haat dan in de eerste plaats diegenen die
telkens de immigratie weer verdedigen, bagatelliseren of doodzwijgen.
maandag 9 september 2013
aforisme 1043 (toegang en ondergang)
Wanneer de toegang
tot een theater vergemakkelijkt wordt door de toegangsprijzen te verlagen zal
de zaal vermoedelijk vollopen met bezoekers, zo niet er van uitpuilen, met als
gevolg dat diegenen die het zich kunnen veroorloven een ander theater proberen
op te zoeken en dat diegenen die aan hun theater gekluisterd zijn ofwel weg
zullen blijven, zich in hun nieuwe lot schikken ofwel hun ongenoegen uiten over
de toegenomen veelkoppigheid en de verdere ongemakken die de nieuwe bezoekers
met zich meebrengen; niet alleen omdat de goedkoopte van het toegangsbiljet het
verkeerde soort mensen aantrekt maar ook omdat de kans op ongemak met een
groter bezoekersaantal in een beperkte ruimte nu eenmaal ook groter is. De
theaterdirecteur die uitsluitend kijkt naar de recette op de korte termijn zal
echter niet naar hun grieven luisteren met als uiteindelijk gevolg dat het
theater zal verloederen en ten onder zal gaan.
dinsdag 3 september 2013
aforisme 1034 2013
Multiculturalisten
presenteren met hun concept van de uitgeholde kosmopolitische mens, in feite
een quasi onbekommerde lethargist, een voorafschaduwing van wat de mens
vermoedelijk al te wachten zal staan na eeuwen van hardnekkige zingeving. Het
is een lange weg die de mens afgelegd heeft: vanuit het bedreigende raadsel dat
de omringende wereld hem bood kwam hij terecht in een tijdperk van op elkaar
volgende en met elkaar concurrerende zinverleningen. Op een gegeven moment zal
de mens ingezien hebben dat de zin in al die voorbije eeuwen opgedaan, niet
meer dan een verzinsel is geweest om de leegte op te sieren die hem omringt en
die uiteindelijk ook in hemzelf zit. Nadat dus de mens alle mogelijkheden van
zijn voorstellingsvermogen heeft uitgeput is het enige wat hem rest een
collectieve lethargie, een toestand waarin de laatste restanten van het ik
opgeruimd worden. In die lethargische tijd zullen er toch nog heersers opduiken
die de apathische mens verder zullen dresseren. Het laatste tijdperk van de
mens zal vermoedelijk het tijdperk van de dressuur zijn maar voordat er toch
weer mensen zullen komen die zich weten op te richten, zal de mens uitsterven
als gevolg van de uitputting van de fysieke bronnen.
Abonneren op:
Posts (Atom)