woensdag 21 september 2016

Blog 49 Beweringen

Beweringen

De wereld van de mens is geplaveid met beweringen. Diegenen die ze doet, hoopt altijd dat zij ofwel relevantie hebben ofwel iets zinnigs maar vooral iets geldigs zeggen over de werkelijkheid; die mysterieuze atmosfeer waarin wij leven en die ons omringt en waarvan sommigen zeggen dat zij pas met en in onze waarnemingen bestaat. Een manier om beweringen op hun waarde te schatten is te bezien welke hun gronden zijn of bijvoorbeeld om de schaduw van die beweringen te beschouwen. Uitgebreidheid is ook zo’n eigenschap die ons wat meer kan vertellen over de status van beweringen maar in de wereld van de mens zal men, tenzij men in een zelf geschapen vacuüm leeft, beweringen die men doet aan de ander moeten voorleggen met de mogelijkheid ze te laten weerleggen of van kanttekeningen te laten voorzien. Een dergelijk proces zou men een discours kunnen noemen, tenminste als er dusdanige interacties zijn, waardoor alles wat de mens ter berde brengt een serieuze plek krijgt toebedeeld zonder overigens het beroep op de werkelijkheid te minachten. Een discours vergt dus een open attitude, waardoor je je kunt afvragen in hoeverre daar nu sprake hoort te zijn van zeer strikte of onherroepbare meningen, waarderingen, inschattingen, beweringen of hoe al die uitingen van de drang van de mens om iets te willen of te willen begrijpen ook mogen heten. In die zin gaan openheid van het discours en geslotenheid van het denken niet zo goed samen. Maar uiteindelijk blijft er altijd een dilemma over; een groot vraagteken. Men moet kiezen.

De immigratiekwestie nu, is een terrein die tot de nok toe gevuld is met opvattingen, meningen en beweringen die alles tegelijk willen zijn: analyse (hoe gebrekkig ook), motief tot handelen, aanzet tot beschuldiging enzovoort. Juist die optelsom van functies maken dergelijke uitingen tot gebrekkige vehikels in wat je heel aarzelend ‘het debat’ zou mogen noemen. In de Groene Amsterdammer bijvoorbeeld van 18 augustus 2016 stond een interview met de oud-diplomaat Edy Korthals-Altes. Een interessant gesprek over wapenindustrie en de nieuwe vijandigheden tussen het Westen en Rusland. In zijn opmerkingen over de politiek van Angela Merkel was hij echter aanmerkelijk korter van stof. Hij prees haar rustige leiderschap doordat zij demonstreerde dat de problemen weliswaar groot waren maar niet onoplosbaar. We moeten, schrijft hij verder, niet berusten maar met een open blik naar de werkelijkheid kijken, om te zien wat goed gaat en wat fout. Niets over de immigratiepolitiek in Duitsland van de laatste decennia waar de huidige beroering een vervolg van is, niets over de problemen van de poreuze binnengrenzen, niets over het dilemma-achtige karakter van alle oplossingen, geen beschouwing over de rust – een beul kan ook heel rustig een hoofd klieven -, niets over wat een open blik nu ‘is’, geen enkele reflectie dus op wat hij nu zelf beweerde. Beweringen op deze manier gedaan, worden dan drijfzand waarin de argeloze gelovige lezer wegzakt.

Een ander voorbeeld waarin die stapeling van functies van beweringen tot problemen leidt. In de Groene Amsterdammer van 6 september was de column ‘Barbaren’ van Ewald Engelen – als ik het wel heb electoraal verbonden met Groen Links – afgedrukt. Zijn openingsschot is de ironische constatering dat we het de komende verkiezingsmaanden gaan hebben of hoe we de barbaren aan de poort zo goed mogelijk kunnen weren en Nederland zo zuiver mogelijk kunnen houden. Hij verwijt dat twee decennia van multiculturalismekritiek een volk opgeleverd hebben dat alleen nog maar door een culturalistische bril kan kijken. En andere problemen zoals de TTIP, het klimaat of de achterblijvende koopkracht maar het liefst vergeet. De politiek en de media, deels al hiervoor verantwoordelijk, reageren hier weer op door een eindeloze kralenketting te rijgen van losse multiculturele kwestietjes (incidenten zou Jesse Klaver misschien zeggen), alles voorzien van deskundig en panklaar commentaar. Hierdoor spelen de politici en de media de PVV en Wilders in de kaart (dat is blijkbaar het ergst denkbare). We zullen aldus Engelen geen beschouwingen zien die meer licht werpen op de Westerse economie of de financiële uitpersing van Zuid-Europa. En de vaderlandse waarden? Kijk maar naar de vermarkting van het onderwijs, kijk maar naar het schaamteloos lokken van Londense bankiers naar Nederland na de Brexit, kijk naar de sociaal-democraten die medeverantwoordelijk zijn voor de ontmanteling van de verzorgingsstaat. Nee, besluit Engelen zijn tirade, de barbaren zij al lang binnen.  
Ik denk dat veel van zijn ironische aantijgingen wel enige grond hebben. Ze zijn ook mij niet onbekend. Het is niet moeilijk om met de nodige scepsis naar die andere kant van Nederland te kijken zonder met veel fanfare te zeggen dat de staat van de mens nu eenmaal ‘tragisch’ is – een interpretatie die we wel bij Frissen tegenkomen – en dat al die arme bankiers, handelaren of politici ‘ook maar wat’ proberen. Nee, een scherpe pen hoort hier wel thuis. Maar het vileine zit in het begin, waar hij de gewraakte Nederlanders er van beticht op een volstrekt egocentrische manier hun land zuiver te willen houden. Dan was het commentaar van iemand als René Cuperus in de Volkskrant van 19 september iets genuanceerder. Hij stelt daar dat de veronderstelde xenofobie van de boze blanke burger vooral een reactie is op overlast, op risico en gevaar en op aantastingen van het westerse sociaal-liberale samenlevingsmodel.


Ik stemde vroeger op de PPR, één van de partijen die opgingen in GroenLinks. Dat had te maken met een idee over verantwoordelijkheid, niet in de allereerste plaats voor ‘de’ mensheid of ‘de’ wereld maar voor de meer directe omgeving, die uiteraard wel met ‘ de rest’ verbonden was. Toen kwam ik in Rotterdam te wonen en werd geconfronteerd met de eerste verschijnselen van iets dat later de immigratiepolitiek is gaan heten. Ondernemers behoorden tot de eerste die lieten zien hoe je met een land om kon gaan door massa’s buitenlanders naar binnen te halen. Enfin, het tragische verdere verloop is algemeen bekend. Links kwam iets later maar is sindsdien hardnekkig voorstander van de voorzetting van die politiek, die allereerst zichtbaar werd in de verloedering van de oude stadswijken maar die natuurlijk gevolgen had op elk denkbaar terrein. Ook op terreinen waarvoor GroenLinks zich zo sterk zegt te maken. Ik kan mij niet heugen dat er een gesprek of een reflectie die ook enigszins consistent was, op gang kwam om de gevaren hiervan in te zien, en om tegelijk bij zichzelf (!) naar binnen te kijken.
Niet dat burgers nu allemaal zo’n brede blik hebben, maar ik heb het nooit vreemd gevonden dat zij begonnen te ageren tegen die gevoerde politiek en de keten van beschuldigingen eromheen. Men werd doodeenvoudig hiermee opgezadeld en diegenen die een pas op de plaats wilden maken om eens goed te gaan nadenken werden meestal verbaal neergesabeld. Venijn stroomde rijkelijk door de straten van het zogenaamde discours. Ik heb ook al die jaren nog nooit iets zinnigs over wat je als ‘het algemeen belang’ zou kunnen kenschetsen gehoord. Het algemeen belang overigens is een weg, en geen onomstotelijk vast te definiëren pakket. Nu ja, een tijdje geleden heeft Spekman van de PvdA dit woord even gebezigd en meer recent hoorde ik het woord uit de monden van de burgemeester van Rotterdam, door velen Allochtonië genoemd, en van Jos Wienen, burgemeester van Katwijk en werkzaam bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het algemeen belang was bij hen het besluit om een AZC in de betreffende gemeenten te plaatsen. Punt uit. Ook hier twee heren die geen woord vuil maakten aan het begrip van dat algemeen belang alsook over de vraag over dat nu gelijk staat met een politiek besluit. Men beweerde klaarblijkelijk dus maar wat. Over al deze onverkwikkelijkheden gaan de aantijgingen van Engelen niet. Het volk – dat niet als totaliteit bestaat – van het schadelijke verlangen naar zuiverheid beschuldigen, blijkt een gemakkelijker weg. En dan worden die aantijgingen, dan worden zijn beweringen, dus een beetje gratuite.