zaterdag 24 mei 2014

aforisme 1529 2014 De mens

Eén van de indelingen die we van de menselijke soort kunnen maken om haar beter te begrijpen is die tussen de geketende en de vrije geesten. Doorgaans gaapt er tussen deze beide categorieën een kloof want het onderscheid wordt grotendeels zo niet helemaal bepaald door een aanwezige potentie.  
De geketende geesten, verreweg in de meerderheid, zijn knechten van de emballage, onderworpen aan de onuitroeibare neiging de wereld te labelen. 
De vrije of beweeglijke geesten, behorend tot een piepkleine minderheid lijken uitverkoren de kwalen van de soort op zich te torsen en te overdenken om vervolgens te merken dat hun blik allerminst herkend wordt. Zij voelen zich doorgaans nergens thuis en raken versperd door gefixeerde denkwegen die voor velen zo comfortabel en vanzelfsprekend zijn en die zij zo graag de beweeglijke geesten, die zij hoogstens als dissident herkennen, willen opleggen. 

De aarzeling van de vrije geesten om zich te fixeren betekent overigens niet dat zij volkomen onverschillig of neutraal staan ten opzichte van wat leeft, denkt en doet. Nee, alhoewel daar alle reden toe kan zijn, zijn zij zich eerder scherp bewust van de gedachte dat alles wat de mens denkt of doet, niet op zichzelf staat. Elke daad zet iets in beweging en schept een onderling verband of haalt dat juist onderuit. 
Met Saint-Exupéry zeggen zij dat de mens een wezen is dat naakt onder de sterren ligt. Juist zij herkennen de verpakkingsdrift van de mens om aan die naaktheid te ontkomen.


Een geketende of getemde geest kleeft aan zijn voorstellingen terwijl een beweeglijke geest zich iets voorstelt. Dat is misschien wel het cruciale verschil tussen de twee.