Het westelijk deel van het Avondland wordt weer met
nieuwe demografische bedreigingen geconfronteerd. Maaksels van eigen bodem
overigens. Bedreigingen die evenals als bij eerdere gelegenheden op voorhand hardnekkig
gebagatelliseerd worden. Pilatus heeft school gemaakt. De voorstanders van de
immigratie - maar voorstander van wat eigenlijk? - zijn in feite maatschappelijk
nihilisten met klaarblijkelijk onbevlekt ontvangen meningen die zich blijvend
verbazen dat die geen gemeengoed zijn.
De verdeelde bevolking die overigens langzaamaan bezorgder begint te raken, is luchthartig, onverschillig, murw, afgeleid, dom of een combinatie hiervan. Haar vermogen zich te verdedigen is ingeleverd bij de poorten van de democratie en lijdt verder een kommervol bestaan achter de overvloedig stralende beeldschermen en binnen de intimiteit van goedgezinde gezelschappen.
Impotentie is naar het
lijkt zelfs een heilsleer geworden; zwakte en overgave een vorm van mededogen.
Immigratie
is een vorm van kolonialisme,
alleen wordt nu de eigen bevolking zelf gekoloniseerd en ondergaat eenzelfde
lot als de vroegere opgejaagde inheemse bevolkingen.
Het westen wraakt
zichzelf.
De westerse bevolkingen raken met
elke nieuwe vloed meer verwaterd totdat er slechts nog een gideonsbende
overblijft. Immigratie anno nu is een oplossingstoestand.