maandag 5 november 2012

Blog 2 WIJ


BLOG 2       WIJ
Soms is het horen van een stem al voldoende om het vermoeden te hebben tot welke politieke sekte iemand behoort. Soms ook is de aanblik van een hoofd voldoende om een indruk te krijgen van iemands denominatie. En als dat niet genoeg is dan kunnen wij ons een beeld vormen van datgene wat nu precies gezegd wordt.
Op 18 oktober 2012 ving ik bij het praatprogramma Pauw&Witteman van de Vereniging van Arbeiders Radio Amateurs  een gesprek op tussen Thierry Baudet, rechtsfilosoof van conservatieve snit, en mevrouw Corien Wortman, Lid van het CDA en vice-voorzitter van de EVP-fractie in het Europese parlement. Van mevrouw Wortman ving ik flarden van zinnen op.

De euro brengt ons heel veel! Wat wij met elkaar gepresteerd hebben. We verdienen met elkaar…. We hebben juist zo veel bereikt… Wat we stap voor stap met elkaar bereikt hebben…

Telkens als mensen het woord we in de mond nemen raken mijn oren gespitst en ga ik op zoek naar wat zij nu eigenlijk vooronderstellen. We, wij met elkaar. Feiten of fictie? Mevrouw Wortman probeerde een gezamenlijkheid te poneren die nog aangetoond of tenminste nader omschreven diende te worden.  Tenzij dat wij als appèl bedoeld was maar dan hadden de zinsconstructies natuurlijk anders moeten zijn! 

Blijft een omschrijving van dat wij in gebreke dan verspreidt de wij-zegger een mistige mythe.
En mist verspreidde mevrouw Wortman, want tot een zekere precisering van die op het oog zo simpele persoonlijke voornaamwoorden –ik in meervoud!-  kwam het niet. Mensen als mevrouw Wortman proberen ons te verleiden met hun verdere opvattingen mee te gaan. Maar ik raak nooit uit het oog dat een wij-zegger iets van me wil terwijl hij of zij me tegelijkertijd wil beroven van mijn eigen oordeelskracht. Wij-aanroepers zijn eigenlijk vampiers.
De gebruikte meervoudswoorden zijn vooral fantasmen: woordbraaksels.  Braaksels die volstrekt aan de eenvoudige vraag voorbijgaan waar die braaksels nu precies aan refereren. Dat doen uitgekraamde braaksels natuurlijk ook niet.
Veronderstelt mevrouw Wortman dat, alleen al het feit dat het Europese parlement volgens het heersende kiessysteem gekozen is, het daarmee tegelijk voldoende legitimiteit bezit heeft om uitspraken van leden van datzelfde parlement als uitspraken te beschouwen die direct uit het hart of misschien zelfs wel uit het verstand van de kiezers komen?
Daar valt op zijn minst een vraagteken bij te plaatsen omdat ten eerste al de legitimiteitsvraag achterwege blijft en ten tweede omdat zij de vraag omzeilt hoe dat zogenaamde wij nu in de realiteit, telkens weer, tot stand komt. Zij omzeilt kastevorming die het discours en de besluitvorming domineren, zij omzeilt de kracht van de lobbygroepen, zij omzeilt de beperkte mogelijkheid van burgers om op een meer directe wijze invloed uit te oefenen. 

Of bedoelt zij dat als een deel van de kiezers, dat deel dat aan de stemmerij meedoet, hiermee voor de duur van de mandaatperiode, van zichzelf een onlosmakelijk onderdeel maakt van een mysterieus collectief wij? Spreekt zij in hun naam? Heeft men zijn individualiteit of spraakvermogen op voorhand aan haar uitgeleend? Het WIJ van mevrouw Wortman gaat echter nog verder. Het is een majestatis pluralis absurdum. Het WIJ is in de ogen van mevrouw Wortman niet alleen tot de kiezers van bepaalde partijen beperkt maar omvat zelfs alle ingezetenen: wij met elkaar. 
Maar er is nog een probleem dat de kiezers betreft. Zij stemmen dan wel op voorhanden partijen maar krijgen er ongewild  van alles bij cadeau. Politieke partijen zijn namelijk ‘pakket-constructies’. Dit beperkt alleen al de reikwijdte van het verleende mandaat. De legitimiteit van de mandaten wordt verder beperkt door het feit dat burgers  het heersende systeem met hun geboorte of vanaf de kiesgerechtigde leeftijd niet effectief kunnen wijzigen of weigeren. Ze krijgen het als het ware met de paplepel ingegoten. Het vertegenwoordigingssysteem is als de trein die op het perron klaar staat: je kunt er in stappen of op het perron blijven staan. Zo vrij is de keuze dus ook weer niet. Natuurlijk kan niet elke burger op elke gewenst moment een heersend vertegenwoordigingssysteem op eigen gezag wijzigen maar deze instap-problematiek zou de gekozenen niettemin tot enige bescheidenheid moeten manen. Nog afgezien van de taken waarvoor zij staan in het licht van hun verantwoordelijkheid voor de burger. Het amechtig aanroepen van een of ander WIJ past daar niet bij.
Dan nog een ander punt. Dat hele virtuele WIJ is uiterst dubieus omdat de Europese Unie zoals die zich ontwikkeld heeft in de eerste plaats zowel voor- als tegenstanders heeft gecreëerd en in de tweede plaats omdat voor- en nadelen zeer ongelijk verspreid zijn. Zo is met de EU een Europese Criminele Ruimte ontstaan, die sommige inwoners bepaald geen goed gedaan heeft en bij velen het vertrouwen in een misdaadvrije afloop van hun leven ernstig beknot heeft. Er zijn ongetwijfeld ondernemers, politici, lobbyisten en ambtenaren die garen spinnen bij de uitbreiding van de markt, maar helaas zijn er ook onnoemelijk veel verliezers. En er zijn vooral heel velen die niet de indruk hebben dat het voortrazende Europese project een door hen gewenst project is. Al deze en andere verschillen veegt mevrouw Wortman schijnbaar van tafel. Tenzij ze van de haar bekende voorstanders uitgaat en die groep voor het gemak maar even oprekt.
een Wij in 1979
Ik begrijp aan de andere kant het probleem ook wel dat ontstaat als je het WIJ niet wilt aanroepen. Hoe moet je in hemelsnaam dan nuanceren? Laten de wij-zeggers echter hun best maar eens gaan doen om dat wel te doen. Dat geeft hen op voorhand al enige bescheidenheid.