maandag 19 juni 2017

Blog 55 YIN YANG

Yin Yang

Ik was het afgelopen weekend op bezoek bij iemand die na een lange periode van irritatie, het multiculturele Rotterdam ontvlucht is. We spraken over de immigratiekwestie, het multiculturalisme en haar verdedigers. Ook het yin-jangprincipe kwam in dit licht ter sprake. Dit principe, een oosterse zienswijze, gaat uit van de onverdeelde Tau die zich manifesteert in twee tegengestelde en elkaar aanvullende krachten. Het yangprincipe staat voor allerlei eigenschappen zoals het actieve terwijl het yinprincipe eerder de statische pool belichaamt. Het hiermee samenhangende Taoisme is geen lineaire benadering van de wereld, maar eerder een cyclische: alles keert terug en gaat dan weer verder. Of zoals Emerson over de maatschappij zegt dat waar het ene aan belang wint, het andere zich juist terugtrekt. Het yin-yangdualisme is voortdurend in beweging, wat zich slecht verhoudt met het westerse denken dat meer rechtlijnig van aard; vandaar de begrippen vooruitgang en utopie. Het is een denken dat de beweging lijkt te belichamen maar het is in de wijze waarop zij hiermee omgaat juist weer statisch en hermetisch.

Andere kenmerken van dit tweedelenprincipe zijn dat het een niet zonder het ander kan maar ook dat achter elke voorzijde een achterzijde schuilgaat. Vooral gaat dit principe uit van de natuur van de mens waarmee je rekening hebt te houden, wil je proberen te streven naar een zeker ‘vloeibaar’ evenwicht.
Je zou de immigratie-en de multiculturele drang als eenzijdig yang kunnen beschouwen. De Duitse christelijke filosoof Gabriel Marcel spreekt, om het westerse technische bewustzijn te kenschetsen, over het faustische principe. Het is een begrip dat uitvoerig aan de orde komt in de Untergang des Abendlandes van Oswald Spengler.  Het is de geest van de ongeremdheid, terwijl een element van de rede volgens Marcel nu juist een vorm van gematigdheid en remming is. Des te vreemder is het om multiculturalisten vanuit met name de linkse hoek nu over gematigdheid en de rede te horen spreken. Het immigrationisme en het multiculturalisme zijn dat nu juist niet: er is eerder sprake van een agressieve ideologie die haar maat aan de te veranderen samenleving op wil leggen. De reacties van burgers die om terughoudendheid en zorg ‘voor het nabije’ roepen, werden en worden onvoldoende gehoord. Tenzij je de geboden weerstand zo kunt noemen.

Je kunt daarnaast ook stellen dat die immigratiedrang zich aanvankelijk juist voedde met de relatieve stabiliteit van de samenleving die men eufemistisch de ontvangende samenleving placht te noemen, en passant iedereen onder dezelfde noemer brengend en een kwaliteit aan de samenleving toevoegend die op zijn minst discutabel was. Men ging uit van voldoende draagvlak in financieel, cultureel, ruimtelijk of in welk ander opzicht dan ook. Belangrijk hierbij is te beseffen dat iets dat van verandering uitgaat dit doet ten opzichte van iets dat nu juist, en zeker aanvankelijk, onveranderlijk is of tenminste zo gedacht wordt.

Het eruit voortvloeiende denken is in die zin typisch westers, omdat het geen oog heeft voor de andere pool, niet van de achterzijde uitgaat doch er op zinspeelt dat de burgers zich wel zullen voegen. Het is in die zin autoritair. Maar het cyclische denken gaat nu juist wel van ‘tegenreacties’ uit omdat daar immers een ander deel van een kijk op de samenleving achter schuilgaat die minstens even werkelijk is als de aanbeden hang om te veranderen en dat bovendien met de gevolgen te maken heeft. Het is dus altijd de kunst een modus te zoeken die beide polen op de een of andere manier verenigt. Maar dat vereist een open en democratische kijk op een samenleving. Immigratiepolitiek die altijd nieuwe aanleidingen zoekt om zich te realiseren, mist echter een beweeglijke dualistische visie op mens en samenleving.
Het is dan ook niet vreemd dat wij beiden, en wij niet alleen, met het voortschrijden van die politiek juist steeds gevoeliger werden voor onderscheidingen naar afkomst, religie, cultuur of politieke voorkeur. De gelijkheidsdrang, die Gabriel Marcel nog als gevaarlijk betitelde omdat daaraan afgunst en wrok aan ten grondslag lag, heeft in die landen waar zij opgelegd moest worden, juist een sterkere hang naar onderscheid opgeleverd, zoals we al zagen bij buitenlanders die zich juist meer op elkaar aangewezen voelden, een verschijnsel dat wel meer bij migrantengemeenschappen voorkomt, en bij het groeiende autochtone verlangen naar iets van zichzelf. Men noemt dat tegenwoordig het vraagstuk of het probleem van de identiteit.

De in het westen dominante drang ‘naar voren’, is juist vergeten dat er geen eenvoudig ‘naar voren’ is.

Literatuur:
Het Tau : gids voor zelfontwikkeling in het dagelijks leven. Hua Ching Ni
Taoïsme, de weg van de mysticus. J. C. Cooper
De Ondergang van de wijsheid. Gabriel Marcel