Net zoals wij hopen dat er
iets wezenlijks is dat ons drijft, terwijl het toch van ons is, zo ook hopen we
dat er iets schuilt in dat wat wij kunst noemen, dat vooraf gaat aan elke
ervaring, die er het gevolg van is. Maar dit is onmeetbaar, eerder navoelbaar.
Niet elk kunstwerk, dat al kunstwerk
genoemd moet worden alvorens we te weten zijn gekomen wat dat nu precies
behelst, en niet elke muzische, literaire of theatrale handeling herbergen op
dezelfde manier dit parelende geheim, dat evenmin in gelijke mate toegankelijk
is. Immers de perceptie van iets van wat wij kunst noemen veronderstelt een
gevoeligheid die niet iedereen in gelijke mate bezit; het is een kwestie van
afstemming en van een ontwikkeling van het sensorisch vermogen van de mens, dat
nu eenmaal niet zo een twee drie voorhanden is, afhankelijk als het is van
aanvankelijke maar moeilijk kenbare capaciteiten van de mens en zijn
mogelijkheden of onmogelijkheden om die te benutten. Dit sensorisch vermogen
overigens, kan ook zich ook vernauwen, in de vergetelheid raken of simpelweg
verdrongen worden. Niets immers van wat de mens vermag, is blijvend voorhanden.
Alles wat wij ondernemen wordt belaagd of holt zichzelf uit. Vandaar dat hij
voortdurend zijn vermogens moet activeren om niet de draad kwijt te raken of om
de draad juist wel kwijt te raken want soms betekent immers iets verliezen iets
vinden, ja mogelijk zelfs iets terugvinden. Dat is des te moeilijker waar niet
zo duidelijk is wat nu precies die draad is, dus waar men niet precies weet wat
te vinden of wat te verliezen. In dat wat wij kunst zouden kunnen noemen
openbaart zich het vraagteken, hoe expliciet kunst, muziek, geschreven tekst of
theater zich ook lijken te manifesteren. Het is ook niet elke kunstenaar in
gelijke mate gegeven zich in dienst te stellen van dit vraagteken. Niet ieder
mens is bestand tegen een vragend leven, bevestigend wezen als hij is. En wie
is in staat om blijvend wees te zijn?
Waarde van wat wij kunst zouden kunnen noemen is dus niet apriori gegeven of
vast te stellen, ze is eerder iets dat zich verhult en zich ook niet expliciet
en volkomen zeker in de ervaring toont. Waar zich dus iets verhult dat onze
zinnen beroert, daar zouden wij misschien van iets kunnen spreken dat later
kunst genoemd kan worden. Maar het noemen van die naam alleen al is een gebaar
van de mens die poogt alleen al door het geven van een naam, iets dat hij niet
vat, zich op de een of andere manier toe te eigenen. Iets dat kunst genoemd kan
worden laat zich echter hoogstens benaderen. En ook weer niet in gelijke mate.
Maar een vaste en door iedereen gedeelde of gekende maat, die ontbreekt ons.