zaterdag 13 juli 2013

aforisme 927 2013 De slalom-mens


Waar de mens voorheen nog leefde in relatief kleine samenhangende gemeenschappen, was de groet een middel om de ander te laten merken dat hij of zij ook deel uitmaakte van die gemeenschap en vooral dat de begroete persoon dit besef bij de ander, juist door dat gebaar, kon waarnemen.
Met de voortdurende zwelling van de gemeenschappen die deels voortkomt uit de ongebreidelde instroom van vreemden, boet de groet aan waarde in. Hoogstens blijft er nog een grimas over als herinnering aan het oude betekenisvolle ritueel of leeft ze voort als een correct en slap vertoon van oppervlakkige en soms huichelachtige meelevendheid. Waar voorheen het de mens was die zijn gedrag afstemde op zijn omgeving waar hij onderdeel van uitmaakte, is het nu het gedrag dat de mens vormt en bepaalt. Zijn groetgedrag raakt gemechaniseerd, versleten of naar de achtergrond verdrongen. De nieuwe, in de veranderlijke veelheid ondergedompelde mens zoekt zich al manoeuvrerend en ontwijkend een weg: zo langzamerhand is hij een slalom-mens geworden in plaats van een mens die de letters van het woord sjalom nog kent. De Europese bonzen, hun vazallen en de opportunistische meelopers die een voortdurend va- et- vient van de burgers voorstaan, hebben het oude onderscheidende sjibbolet ingeruild voor een achteloze atomistische leegte.